Haarlemse vluchteling Azizi bij Veteranendag

Gepubliceerd op: 24-6-2017

Als 10-jarige was Ahmad Azizi gevlucht voor het oorlogsgeweld in Afghanistan. Vijftien jaar later keerde hij terug, maar dan als Nederlandse marechaussee om Afghaanse politiemensen te trainen.

„Toen ik in Kunduz landde, voelde het als thuiskomen. Maar dat gevoel ging snel weg. Daar is dan niets veranderd, maar ik ben wel veranderd”, merkte Azizi tijdens de missie in 2012.

„Het was ook een land dat nog steeds in oorlog was. Dat betekende dat we pas na een voorbereiding van een half uur het kamp konden verlaten. Er gingen ook pantserwagens mee. Je moest altijd alert zijn op beschietingen en mijnen, maar wij hebben mazzel gehad. Toen ik weer terug was in Nederland voelde dat ook heel vrij. Ik kon zo mijn auto instappen. Geen lange voorbereiding, geen zandzakken en wegblokkades. Dan waardeer je het extra dat je hier woont.”

Zijn ouders hadden wel hun bedenkingen toen hij zich aanmeldde om als marechaussee mee te gaan op de trainingsmissie in Afghanistan. „We gingen niet vechten, maar agenten trainen. Maar gevaarlijk was het wel. Ik had op dat moment geen relatie of een gezin, dus ik zag dit als een mooie kans om nog eens terug te gaan naar mijn vaderland. Het was ook een uitdaging om te zien of ik zo’n missie aan zou kunnen. Vanwege de kennis van de taal en de cultuur zou het voor mij makkelijker moeten zijn dan voor andere marechaussees.”

Schiphol
Voordat hij terugkeerde naar Afghanistan, was er eerst een training van een half jaar. De missie zelf duurde 6,5 maand. Daarna ging hij weer verder met zijn dagelijks werk: de grensbewaking op Schiphol. Sinds 2006 werkt hij bij de Koninklijke Marechaussee.

Op het eerste gezicht een vreemde keuze voor iemand die juist gevlucht is voor oorlog. „Toen ik indertijd op Schiphol arriveerde werden we te woord gestaan door een vriendelijke marechaussee. Die zette stempels en heette ons welkom. Dat waren we niet gewend.”

Ahmad werd 33-jaar geleden geboren in Kaboel. Toen hij tien was vluchtte zijn moeder met de vier kinderen naar Pakistan. Zijn vader was al op de vlucht en kreeg als politiek vluchteling een verblijfsvergunning in Nederland. Drie jaar later volgde de gezinshereniging.

,,Na het behalen van mijn diploma’s wilde ik bij de politie, maar dat werd uiteindelijk de marechaussee.’’ De familie woont in Haarlem.

Bron : haarlemsdagblad.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief