Aanklacht over Sulawesi (1947) definitief verjaard

Gepubliceerd op: 23-11-2017

De vijftien kinderen van vaders die in 1947 zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen in voormalig Nederlands-Indië, zijn te laat met het aansprakelijk stellen van de Staat. De rechtbank in Den Haag heeft bepaald dat de zaak definitief is verjaard, en stelt daarmee de Nederlandse staat in het gelijk.

Het gaat om executies in het dorp Rawagedeh, in de provincie Sulawesi.

De eisers wisten volgens de rechtbank in 2013 al dat de Staat aansprakelijk kon worden gesteld. In december 2016 gingen ze ertoe over de Staat te dagvaarden. De rechter wijst hun vordering af, omdat hun verzoek "niet binnen een redelijke termijn is ingediend".

In eerdere zaken over misdragingen door Nederlandse militairen in Nederlands-Indië werd het beroep op verjaring door de Staat niet toegewezen. Het argument was dat de eisers lange tijd beperkt toegang hadden tot het recht en dat ze niet wisten dat de Staat aansprakelijk kon worden gesteld via een dagvaarding.

Hoger beroep
In het geval waar nu een uitspraak over is gedaan, was van onwetendheid van de eisers geen sprake, stelt de rechtbank.

In 2012 kwam het OM ook al tot de conclusie dat de zaak-Rawagedeh was verjaard en dat om die reden geen strafvervolging werd ingesteld. Negen nabestaanden kregen evenwel een schadevergoeding van 20.000 euro per persoon en Nederland bood 66 jaar na dato, in september 2013, excuses aan.

Advocaat Liesbeth Zegveld is hogelijk verbaasd over de uitspraak en laat desgevraagd aan de NOS weten dat ze in beroep gaat. Ze valt vooral over de term "redelijke termijn", die volgens de rechtbank overschreden is. Ze vindt het onjuist dat de staat ontsnapt aan het aansprakelijk stellen door de kinderen van de slachtoffers in zo'n belangrijke zaak, op grond van een betwistbare redelijke termijn.

Bron : nos.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief