Blog CDS: Ons werk is en blijft nodig; maar dan wel veilig

Gepubliceerd op: 2-1-2018

Hoe is de samenwerking met collega’s uit andere landen? Waar lopen de mensen tegen aan in hun werk? Wat kan er verbeterd worden als het gaat om medische zorg of munitie? En wat betekent hybride oorlogsvoering in de Baltische staten in de praktijk? Allemaal vragen die ik de afgelopen tijd stelde als ik bij onze mensen op werkbezoek in het buitenland was.

Afbeelding verwijderdBauer in gesprek temidden van Nederlandse militairen. (Foto: Ministerie van Defensie)

Ervaringen uit het veld
Want of het nou om Litouwen, Afghanistan of Mali gaat; we moeten ons werk zo goed als mogelijk kunnen doen. En zo veilig mogelijk! Daarvoor hebben jullie de juiste spullen nodig, maar ook goede procedures en voorschriften. Daarom ga ik op werkbezoek en praat ik dan met zoveel mogelijk mensen. Want hoe meer ervaringen ik meeneem uit de inzetgebieden en tijdens andere werkbezoeken, hoe beter. Dan kan ik er wat mee als ik terug ben in Den Haag.

Maar het is ook belangrijk voor mijn gesprekken met de EU- en NAVO-collega’s. Zo kunnen nog steeds niet alle eenheden uit de verschillende landen met elkaar praten door verschillende radio’s. Daar moeten echt oplossingen voor komen. Ik zal daar zeker op blijven drukken.

Het is ook goed te zien dat sommige problemen zich langzaam oplossen. Het deed de minister en mij bijvoorbeeld goed te horen dat onze mensen in Litouwen tijdens een oefening– waar zij samen met partners werken aan de verdediging van ons NAVO-grondgebied – de dag na ons bezoek een grote schietoefening uitvoerden. En dat daar meer dan voldoende munitie voor beschikbaar was. Een heel verschil met vorig jaar toen er nog een tekort was.

Stille kracht
Van jullie zelf horen wat jullie bezighoudt, dat vind ik ontzettend belangrijk. Ook als je lang en ver van huis bent. Het zijn die persoonlijke gesprekken die mij een goed beeld geven van hoe de vlag er bij hangt. Maar het geeft mij ook de kans om mijn waardering uit te spreken voor het belangrijke werk dat we met z’n allen doen voor Nederland. In Litouwen verraste ik daarom ook nog één van onze collega’s – adjudant René – met de CDS-coin. Hij is zo’n typische stille kracht. Zo’n collega die zaken ongevraagd regelt en zorgt dat alles soepel verloopt. En dat soort collega’s zijn er natuurlijk overal. Bescheiden, loyale en harde werkers die goud waard zijn.

Missies verlengd
In de afgelopen weken heeft de politiek besloten om de missies in Mali, Afghanistan en Irak te verlengen. En dat ging niet vanzelf. Onze volksvertegenwoordigers wilden alle ins en outs weten over deze missies. Daarbij speelden de gevraagde inzet en de veiligheid van onze mensen een centrale rol. En terecht. Zeker na de gebeurtenissen in Kidal is het belangrijk heel goed te weten wat de randvoorwaarden zijn waarbinnen onze mensen hun complexe en soms gevaarlijke werk moeten doen.

Het thuisfront
Dat geldt dubbel en dwars voor het thuisfront; voor partners, kinderen, familie en vrienden. Zij moeten er op kunnen rekenen dat hun dierbaren, die zich soms met gevaar voor eigen leven inzetten, met goede spullen werken en hun werk zo veilig mogelijk kunnen doen. Ik ben mij daar als geen ander van bewust.

Tot slot wil ik alle ingezette militairen en hun thuisfront bedanken voor hun inzet het afgelopen jaar. Elke dag moet het thuisfront het gemis ervaren, maar zonder hun steun kunnen onze mannen en vrouwen hun belangrijke werk niet doen.

Feestdagen
Ook ben ik trots op al die andere collega’s die het afgelopen jaar keihard hebben gewerkt om de krijgsmacht met alle beperkingen draaiende te houden. Niet gemakkelijk en soms frustrerend. Dat begrijp ik echt heel goed. Gelukkig gloort er perspectief en dat maakt dat ik uitkijk om er volgend jaar weer samen de schouders onder te zetten. En met dat gevoel wens ik iedereen fijne feestdagen. Heel Nederland mag trots op jullie zijn. Ik ben het zeker.

Bedankt!

Commandant der Strijdkrachten
Luitenant-admiraal Rob Bauer

Bron : avrn.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief