Bijstand Amsterdam 1967-1994

Gepubliceerd op: 23-1-2018

Afbeelding verwijderd(Weteringschans gezien vanaf het Kleine-Gartmanplantsoen, 1970. Op de achtergrond het Rijksmuseum en Paradiso. Fotograaf onbekend / foto is in eigendom van Nationaal Archief)

Koninklijke Marechaussee, Brigade Amsterdam-bijstand. De brigade Amsterdam-bijstand werd opgericht 15 november 1967 en opgeheven op 1 september 1994.

"Semi-permanente Bijstandsbrigades"

Uit de inleiding van de gelijknamige Marechausseebrochure

"De ordeproblemen in Amsterdam in het midden van de jaren zestig, waaronder het "Bouwvakoproer", en de toenemende dreiging van het aan het Midden-Oostenconflict gerelateerd terrorisme aan het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw kwamen voor de KMar als geroepen. 

Het Wapen kon nu aantonen dat het in politieland niet gemist kon worden. Vooral de gemeentepolitie van Amsterdam kampte met grote personele capaciteitsproblemen en was maar al te graag bereid de bijstand van marechaussees in te roepen. Het werd snel duidelijk dat er voor de KMar een uitgelezen kans lag om zich op het terrein van de reguliere politietaak opnieuw te manifesteren en, vanwege de dreiging van terreuraanslagen, bewakingstaken in de hofstad op zich te nemen waar het ging om de bescherming van ambassades en de woningen van ambassadeurs. De brigades Amsterdam en Den Haag-Bijstand werden zodoende opgericht en wat bekend zou worden als de semi-permanente bijstand was een feit.

De semi-permanente bijstand bleek de horizon van veel marechaussees te verbreden. Voor het in Amsterdam en Den Haag werkzame personeel werd het als een bevrijding ervaren om zonder beperkingen als algemeen opsporingsambtenaar te kunnen werken. Alle voorkomende basispolitietaken en later ook specialistische werkzaamheden zoals recherchewerkzaamheden werden toegankelijk voor de bijstandsmarechaussees. Avond- en dagopleidingen voor het politiediploma-A werden in samenwerking met de Politieschool Noord-Holland en Den Haag mogelijk gemaakt.

De jarenlange inzet van het personeel bij de bijstandsbrigades en bij andere KMar disciplines heeft het Wapen uiteindelijk geen windeieren gelegd. In het kader van de acties van de kraakbeweging, eind jaren zeventig begin tachtig, kwam daar ook nog de inzet van de KMar bij als het ging om het optreden van mobiele eenheden. Tn die jaren werd er ook weer volop gediscussieerd over een nieuwe Politiewet. Het was duidelijk dat het gendarmeriekorps zijn inzet beloond wilde zien en wel door opname in de nieuwe Politiewet. Deze wens was niet aan dovemansoren gericht en de KMar werd uiteindelijk opgenomen in de Politiewet 1993. Het belang van de bijstandsverlening in de vorm van de semi-permanente bijstand kan dus voor de KMar moeilijk worden overschat.

Uit Museumbrochure nr. 31, verkrijgbaar bij het Museum.
Een uitgave van de Stichting Vrienden van het Marechausseemuseum

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief