Nederland en coalitiepartners herzien trainingsmissie Irak

Gepubliceerd op: 9-4-2018

De ruggengraat van terreurgroep ISIS in Irak is gebroken. Toch trainen Nederlandse militairen nog steeds Koerdische strijders. Wat doen ‘we’ daar nog?

Karwan Saleh is een bouwvakker. Dakconstructies zijn z’n specialiteit. Een normale baan, maar Karwan is ook een sergeant-majoor van de Peshmerga, een Koerdische strijder. Vandaag heeft hij echter geen klauwhamer in zijn handen, maar een AK-47.

Afbeelding verwijderd

Tijdens een oefenpatrouille moet Karwan Saleh voorop lopen. Dat vraagt om een scherp oog, alert op verstoringen van de grond, want er kan bermbom liggen.

De Koerdische werkman is één van de duizenden Peshmerga die sinds begin 2015 zijn opgeleid door Nederlandse militairen en internationale bondgenoten op verzoek van de Iraakse overheid. Maar de trainingsmissie in Noord-Irak in de huidige vorm lijkt op zijn eind te lopen. Van de 4 Nederlandse trainingsteams zijn er 2 overgebleven, bestaande uit militairen van de Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers. Binnenkort besluit de politiek of daar nóg een team vanaf gaat.

Overlevingskansen
Hoofddoel van de missie is het trainen van strijdkrachten om ISIS te verslaan, vertelt luitenant-kolonel Karel van Dreumel, tot eergisteren commandant van de Nederlanders binnen de Capacity Building Mission Iraq (CBMI). “Onze hoofdoelen waren: grotere overlevingskansen van de Peshmerga en effectiviteit tegen ISIS. Dat is gelukt”, zegt Van Dreumel die ook staflid was bij het Kurdistan Training Coordination Center.

Lees verder in Defensiekrant

Bron : defensie.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief