Uitwisseling passagiersdata kan werklast Justitie vergroten

Gepubliceerd op: 17-4-2018

Het kabinet wil luchtvaartmaatschappijen verplichten om passagiersgegevens aan de overheid te verstrekken zodat die verder kunnen worden verwerkt, maar dit kan de werklast voor Justitie vergroten, zo blijkt uit onderzoek. De op te richten eenheid Passagiersinformatie Nederland (Pi-NL) moet reserverings- en check-in-gegevens van luchtvaartmaatschappijen gaan verwerken.

Afbeelding verwijderdEen wetsvoorstel om dit te realiseren werd begin januari naar de Tweede Kamer gestuurd. Volgens het ministerie van Justitie mogen de passagiersgegevens alleen worden gebruikt om terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit te voorkomen, op te sporen en te vervolgen. De Pi-NL-eenheid kan zowel de passagiersgegevens als het resultaat van de verwerking met Europol en vergelijkbare eenheden van andere lidstaten delen. Ook kunnen het Openbaar Ministerie, de politie, de bijzondere opsporingsdiensten, de Koninklijke marechaussee en de Rijksrecherche bij de eenheid Pi-NL informatie opvragen.

In opdracht van de stuurgroep Pi-NL heeft een extern bureau onderzoek gedaan naar wat de gevolgen van het verwerken van passagiersgegevens zijn voor de Marechaussee, politie, bijzondere opsporingsdiensten, het Openbaar Ministerie, de rechtspraak en de Dienst Justitiële Inrichtingen. "Het gaat bij het bepalen van de structurele werklastgevolgen om het aantal hits en alerts die gegenereerd worden door de Pi-NL en de werklast die deze hits en alerts met zich meebrengen voor de keten om hieraan opvolging te geven", aldus de onderzoekers.

De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat een deel van de werklasteffecten op geen enkele manier is te bepalen. De betrokken organisaties verwachten echter dat de effecten voor een grote werklaststijging kunnen zorgen. Zo wordt er rekening gehouden met een "aanzuigende werking" van de passagiersinformatie-eenheden (PIU) van andere landen op het aantal internationale rechtshulpverzoeken. Het is daarnaast de verwachting dat betrokken landen naast signaleringen in het Schengen Informatiesysteem (SIS) ook met hun eigen watchlists zullen werken.

Ook denken de organisaties dat passagiersgegevens in veel landen eenvoudig kunnen worden opgevraagd. Het is namelijk niet overal nodig om hiervoor eerst toestemming van een Officier van Justitie te hebben. "En in sommige landen maakt de opsporing onderdeel uit van de PIU, wat de stap om een persoon op een watchlist te zetten nog kleiner maakt", zo laten de onderzoekers verder weten. Dit kan voor een toename van internationale rechtshulpverzoeken zorgen.

In het geval van de werklast die wel kwantificeerbaar was blijkt dat het opvolgen van hits uit het systeem en internationale rechtshulpverzoeken de werklast vergroten. Deze werklast zou daarnaast niet goed te beïnvloeden zijn en wordt uitgevoerd door capaciteit van specifieke organisatie-onderdelen. "Dit maakt de betreffende organisaties kwetsbaar voor de toename in werklast", aldus de conclusie.

Bron : security.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief