Lofzang op huzarenstukje van de MIVD

Gepubliceerd op: 5-10-2018

De onderschepte cyberaanval van de Russische geheime dienst in Den Haag is een huzarenstukje van onze inlichtingendienst MIVD. Door de werkwijze van de Russen zo ongenadig in de openbaarheid te brengen, staat Moskou in z’n hemd. Intussen dringt de vraag op: hoe kwetsbaar zijn we?

Afbeelding verwijderdHet hoofd van de MIVD, generaal Onno Eichelsheim

Eerst is er de trots. Zoals minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) het formuleert: „Het is mooi wel ónze MIVD die dit heeft ontmaskerd.” In de Tweede Kamer klinkt unaniem lof voor de dienst die niet alleen een cyberaanval op een internationaal gerenommeerde instelling als de OPCW voorkwam, maar die ook de diensten van bondgenoten voorzag van inlichtingen om op hun manier te strijden tegen Russische cyberaanvallen.

Het is de boodschap die Defensie en het kabinet uitstralen met de tot in de puntjes verzorgde persconferentie waarin de contra-operatie werd toegelicht: Nederland staat schouder aan schouder met de bondgenoten. De NAVO en de EU toonden zich solidair en veroordeelden Rusland. 

Dát de operatie van de Russen in de openbaarheid werd gegooid, is al een diplomatiek signaal op zichzelf. „Rusland staat voor de wereld te kijk nu hun methodes zo in de openbaarheid komen”, verklaarde defensieminister Bijleveld. „Daarmee maken we het werk van de Russische geheime dienst moeilijker.” Rusland zal daarmee ’geen prettige dag’ hebben, zei premier Rutte. „Ze vinden het vast niet leuk dat het gestuntel van hun mensen op tv te zien is.” Om er onderkoeld aan toe te voegen: „We wachten op de beelden waarop de vier als toerist te zien zijn.”

Het is een sneer naar de Russische reflex bij beschuldigingen: ontkennen, tot op het absurde af. Nederland kent de ontkenningen van de Russen van de aanslag op MH17, waarbij Moskou z’n betrokkenheid achter rookgordijnen van desinformatie probeert te verhullen. 

Na de woorden van lof drong in de Tweede Kamer het besef door wat de operatie heeft blootgelegd. „Rusland spioneert in onze straten”, zei CDA-Kamerlid Bruins Slot. „Dus laat de naïviteit voorbij zijn.” 

Kamerlid Sjoerdsma van D66: „Vandaag hebben we het over de knappe prestatie van onze diensten, morgen stellen we ons de vraag of we wel weerbaar genoeg zijn tegen dit soort aanvallen. Is onze infrastructuur op orde? Moeten de digitaal bediende waterkeringen geen betere back-up hebben?” De Kamer debatteert er binnenkort over. 

Dat Nederland en de bondgenoten er niet vanuit kunnen gaan dat ze die digitale wapenwedloop winnen, gaf minister Grapperhaus (Justitie) ronduit toe. „Nu ging het goed, maar de tegenstander komt steeds met nieuwe technologie.” 

Bron : telegraaf.nl/i
van onze parlementaire redactie

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief