Opnieuw verliest een Syriëganger het Nederlanderschap

Gepubliceerd op: 2-3-2019

De Syriëganger Outmhane B. is geen Nederlander meer. Staatssecretaris Mark Harbers van justitie en veiligheid heeft hem de Nederlandse nationaliteit afgepakt. Dat betekent dat B., die vermoedelijk nog in Syrië is, niet meer terug mag komen. Hij kan het besluit nog wel aanvechten bij de rechter. 

De 37-jarige B. werd geboren in Boxmeer en woonde tot zijn vertrek in 2014 in Nijmegen. In 2017 werd hij, zonder zelf aanwezig te zijn in de rechtszaal, tot zes jaar cel veroordeeld. Volgens de rechter heeft hij deelgenomen aan de terroristische organisatie IS. Zo doken er foto's van hem op met een kalasjnikov. Hij zou samen met zijn gezin en de 25-jarige Abdoussalam S., waar Trouw onlangs uitgebreid mee sprak, zijn vertrokken. 

Nationale veiligheid
Iemand kan het Nederlanderschap verliezen na een veroordeling voor een terroristisch misdrijf en als hij wordt gezien als een gevaar voor de nationale veiligheid. Sinds een wetswijziging in 2017 is er bovendien geen rechterlijk oordeel meer nodig. Als iemand zich in het buitenland heeft aangesloten bij een terroristische organisatie en daar nog verblijft, is dat voldoende. Voor de overheid is dat een manier om tegen uitreizigers te kunnen zeggen: we willen je niet terug. 

Dat betekent niet dat zomaar alle Syriëgangers hun Nederlanderschap kan worden afgepakt. In alle gevallen geldt dat iemand een dubbele nationaliteit moet hebben, want anders zou hij of zij stateloos raken en dat mag niet volgens internationale afspraken. Tot nu toe werden zestien jihadisten tot ongewenst vreemdeling verklaard. 

Discriminatie
Toch is er ook kritiek op de drastische maatregel. Vorig jaar mei pleitte de advocaten van twee uitreizigers die hun Nederlanderschap waren kwijtgeraakt voor de bestuursrechter dat het discriminerend is, omdat het alleen geldt voor mensen met een dubbele nationaliteit. Bovendien zou Nederland hiermee de eigen verantwoordelijkheid ontlopen: een ander land wordt opgescheept met potentieel gevaarlijke jihadisten. 

De bestuursrechter kwam in die twee zaken niet tot een oordeel. Vooral omdat niet bekend is wat de jihadisten om wie het ging zelf willen - ook hun advocaten verklaarden geen contact met hen te hebben. Daarmee bleef het besluit van de minister om hen tot ongewenst vreemdeling te verklaren intact. 

Bron : trouw.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief