Litouwen voor militairen ’zoals thuis’

Gepubliceerd op: 5-6-2019

RUKLA - Nederlandse militairen zijn na twee jaar als onderdeel van een NAVO-troepenmacht in Litouwen gewend aan hun missie: de Russen afschrikken. Zonder andere grote uitzendingen in het vooruitzicht lijkt veel trainen in de Baltische staat en klaarstaan voor het ergste, de komende jaren voor de landmacht het gezichtsbepalende werk te worden.

Nadat ons land begin deze maand vertrok uit Mali zijn nergens zoveel uitgezonden militairen als in de Baltische staat. Het gaat om 250 mannen en vrouwen. Ze maken deel uit van de zogeheten Enhanced Forward Presence. Een troepenmacht die de NAVO naar de Baltische Staten stuurde nadat Rusland de Krim annexeerde en de angst in Estland, Letland en Litouwen bestond dat deze landen zouden volgen.

Het was na Uruzgan een grote overgang voor de landmachtmilitairen. Zelfs voor de mannen en vrouwen die Afghanistan niet meer hebben meegemaakt. De in 2010 geëindigde deelname aan de ISAF-missie bepaalt nog voor een belangrijk deel het beeld dat er van uitzendingen is. Litouwen biedt van alles, maar zeker geen gevechten op leven of dood.

„In het begin verveelden onze jongens zich hier”, zegt Commandant Landstrijdkrachten Leo Beulen. Hij was afgelopen dagen in Litouwen op bezoek. Met die verveling is het inmiddels gedaan. De commandanten ter plekke hebben een uitgebreid oefen- en onderwijsprogramma in elkaar gezet om iedereen bezig te houden. En volgens generaal Beulen gaan militairen na bijna twee jaar met een ander verwachtingspatroon naar Litouwen.

Minpunt
Die overtuiging vindt weerklank onder de mannen en vrouwen. Ze zeggen het naar hun zin te hebben. Vooral omdat Litouwen goede oefenterreinen heeft waar ze uitgebreid kunnen trainen. „Hier hoef je je over flora- en faunawetgeving geen zorgen te maken”, zegt kapitein Wouter de Jager. Hij is de commandant van de gevechtseenheden. Het enige minpunt voor velen is de duur van de uitzending: een half jaar, terwijl vier maanden gebruikelijk is.

Lees vollige artikel in telegraaf.nl

Bron : telegraaf.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief