Toespraak van vicepremier De Jonge tijdens de viering van Veteranendag 2019

Gepubliceerd op: 29-6-2019

Op zaterdag 29 juni 2019 sprak vicepremier Hugo de Jonge bij de viering van Veteranendag in de Ridderzaal te Den Haag.

Majesteit, Ridders der Militaire Willemsorde, veteranen,

Beste mensen,

Wat een eer om u vandaag hier in de Ridderzaal te mogen ontvangen.
Ik vertel waarschijnlijk niks nieuws als ik zeg dat deze prachtige ontvangstzaal heel belangrijk is in onze parlementaire geschiedenis.
Hier houden de Staten-Generaal jaarlijks hun belangrijkste vergadering.
Hier huldigen we onze Olympische en Paralympische kampioenen.
En hier ontvangt het kabinet zijn meest bijzondere gasten.
En vandaag bent u dat.

Sommigen van u sprak ik zojuist al even, zoals Maaike Hoogewoning.
Maaike is als operatiekamer-assistent 4 keer op missie geweest.
Ze stond onder andere op de operatiekamer in Kandahar in Afghanistan.
Op hun operatietafels zien Maaike en haar collega’s regelmatig de nachtmerrie van iedere militair voorbij trekken.
Proberen ze zo goed en zo kwaad als dat gaat ernstig gewonde mensen in leven te houden.
Collega’s. Kinderen. Vijanden.
Zonder aanzien des persoons.
De raketten vliegen in Kandahar regelmatig over de basis en dan moeten Maaike en haar collega’s voor hun veiligheid eigenlijk op de grond gaan liggen.
Soms lukt dat, maar als op de operatietafel iemand voor zijn leven ligt te knokken, dan laat je die natuurlijk niet alleen, vindt Maaike.
En dus werken ze vaak gewoon door.
Maar ook in Nederland kijkt Maaike om naar haar collega’s, naar andere veteranen, volledig terecht ontving ze er vorige week donderdag de Witte Anjer Prijs voor.

Lees de gehele toespraak hier

Bron : rijksoverheid.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief