Defensie kan niet blijven zwijgen over burgerdoden in Irak

Gepubliceerd op: 23-10-2019

Luchtaanval Irak. Een schone oorlog is een illusie. Toen de Tweede Kamer eind 2014 instemde met het sturen van zes F-16-gevechts-vliegtuigen om boven Irak vechters en opslagplaatsen van de oprukkende beweging Islamitische Staat te bestrijden, was het besef volop aanwezig dat mede door Nederlands toedoen burger-slachtoffers zouden kunnen vallen.

Vandaar dat in de aanloop naar de parlementaire goedkeuring volop werd gesproken over „precisie-inzet” en „precisiebombardementen”. Een nauwkeurig „targetingproces” moest de vliegtuigen van de door de Amerikanen geleide „anti-ISIS-coalitie” in de woorden van de commandant der strijdkrachten, generaal Tom Middendorp, „in staat stellen om heel gericht en precies de doelen uit te schakelen, zonder nevenschade”.

Met deze gedragslijn is in de nacht van 2 op 3 juni 2015 iets gruwelijk misgegaan. Zoals uit een uitvoerige reconstructie van NRC en NOS blijkt, zijn toen bij een bombardement van een IS-wapenopslagplaats door een Nederlandse F-16 in de Iraakse plaats Hawija zeventig burgers gedood en meer dan 100 gewonden gevallen.

De aanval op de bommenfabriek van IS leidde tot een kettingreactie van tot ontlading komende munitie waardoor een omliggende wijk met de grond gelijk werd gemaakt. Met andere woorden: in strijd met de procedures was er dus juist heel veel nevenschade.

Dat de aanval had plaatsgevonden en zo veel doden en gewonden veroorzaakte was daags erna bekend. Maar wat niet bekendgemaakt werd, was dat hier een Nederlandse F-16 bij betrokken was. Sterker nog, enkele weken later verklaarde toenmalig minister van Defensie Jeanine Hennis (VVD) in de Tweede Kamer tijdens een debat over de Nederlandse militaire inzet boven Irak dat er nog geen sprake was geweest van burgerslachtoffers. Een opmerking die Hennis nadat zij hierop was aangesproken nog tijdens de vergadering nuanceerde door te zeggen dat dit inderdaad niet met zo veel stelligheid kon worden vastgesteld.

Lees het volledige artikel op de website nrc.nl

Bron : nrc.nl

 

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief