Toespraak prof. dr. J.C.H. Blom Wageningen mei 2010

Gepubliceerd op: 19-5-2010

Tijdens de herdenking van de capitulatie op 5 mei 2010 in Wageningen werd door zowel prof. dr. J.C.H. Blom (o.a. oud-directeur van het NIOD en lid van het Nationaal Comité 1945 Wageningen) als mevr. M.H.M.F. Gardeniers-Berendsen (o.a. voormalig Minister van CRM en oud-lid van de Raad van State) gehouden toespraak wordt stilgestaan bij de traditie om de capitulaties en de daaruit voortvloeiende vrijheid te gedenken.

De toespraak van prof. dr. Blom wordt hieronder integraal weergegeven.

Dames en heren,

De Tweede Wereldoorlog is met goede reden in het Nederlandse collectieve geheugen een heel bijzondere fase van de geschiedenis. De afloop ervan wordt terecht nog altijd als bepalend gezien voor het behoud en later de uitbouw van een samenleving waarvan wij de beginselen koesteren. Wij herdenken die oorlog vanwege de vele slachtoffers en niettemin vieren wij de dag erna de bevrijding omdat wij er niet aan moeten denken dat in Europa het nationaalsocialistische Duitsland en in Azië het imperialistische Japan zou hebben gewonnen.

Het was een oorlog met vele gezichten en vele betekenissen. Die veelvuldigheid keert terug in het patroon van herdenkingen en vieringen. Naast de algemene herdenking en viering op 4 en 5 mei hebben zo 15 augustus in Aziatisch perspectief en 27 januari als ook internationaal Holocaust Memorial Day een eigen plek en betekenis gekregen. Naarmate de tijd vorderde heeft de ideologische strijd die in die oorlog werd uitgevochten meer accent gekregen. Steeds meer is in dat licht in het bijzonder de Holocaust het centrale element geworden. Vanuit dat perspectief kan ook nauwelijks van een overwinning worden gesproken. Juist in dit opzicht is de balans negatief.

Dat wij toch de bevrijding kunnen vieren berust op de overtuiging dat wij door de geallieerde overwinning een samenleving hebben met een democratisch en rechtstatelijk karakter waarin ‘Nooit meer Auschwitz’ een diep doorvoeld beginsel is. Essentieel daarbij is onder ogen te zien dat die overwinning, hoezeer ook het resultaat van een ideologische strijd – die binnenlands in de eerste plaats is gevoerd door wat men het ’burgerleger’ (het verzet) zou kunnen noemen - bovenal de uitkomst was van de militaire strijd. Daarom is het in de ogen van het Nationaal Comité Herdenking Capitulaties 1945 van groot belang in de herdenking en viering op 4 en 5 mei ook het militaire aspect afzonderlijk aandacht te geven. Het past de civiele maatschappij eer te betuigen aan de militaire offers  zonder welke de huidige democratische rechtstaat  niet zou hebben overleefd.
Het past ook in de militaire tradities om belangrijke feiten in herinnering te houden.

De capitulaties van 5 mei en 15 augustus behoren tot die belangrijke momenten. Vandaar hier in Nederland op 5 mei een eigen militair  getinte traditie in Wageningen. Een herdenking met een internationaal accent omdat die wereldoorlog zozeer een internationale aangelegenheid was. In feite was het Nederlandse aandeel in die militaire uitkomst uitermate gering. Het past om dat niet te verdoezelen zonder de Nederlandse offers te negeren. Het zou buitengewoon merkwaardig zijn wanneer deze aspecten geleidelijk aan in de vergetelheid zouden raken.

Het zou even merkwaardig zijn als de krijgsmacht met al zijn historisch besef en daarbij passende tradities uitgerekend de Tweede Wereldoorlog niet langer afzonderlijk, naast de brede alomvattende herdenking en viering op 4 en 5 mei, zou markeren. Vandaar dat het comité, juist ook als nationaal comité, er aan hecht nog eens uitdrukkelijk te onderstrepen wat vanzelfsprekend zou moeten zijn en waarom het met zoveel overtuiging deze herdenking in Wageningen met een militair en internationaal karakter organiseert: ook Nederland is bevrijd als gevolg van gezamenlijke militaire strijd. Dat herdenken wij vandaag en daarom vieren wij de capitulaties, de bevrijding, ook in de Wageningse traditie.

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief