Gepubliceerd op: 15-1-2022
Hoe je eerst ptss overwint en dan collega’s tot steun bent
Een knakmomentje, zo noemen militairen het ogenblik waarop ze niet meer kunnen. Herpak jezelf, wees niet zwak, wordt ze geleerd. Maar wat als dat niet meer lukt, omdat je te veel hebt meegemaakt? Marinier Robin Imthorn en marechaussee Renaldo Ishaak ervoeren het. Ze kwamen naar buiten met hun verhaal en helpen nu op een heel laagdrempelige manier via Instagram collega’s met geestelijke problemen.
Ik schaam me om het te zeggen dat ik dagelijks bang ben en dat ik doe alsof ik lekker in m’n vel zit. Op werk ben ik altijd bang dat situaties uit de hand lopen. Ik ga elke dag nerveus naar het werk, bang voor wat zou kunnen komen. Je ziet er niets van, als ik handel oogt dat moeiteloos, krijg ik vaak te horen. Niemand ziet hoe ik altijd worstel met dingen, waarvan men denkt dat ze me makkelijk afgaan.
In mijn dagelijks leven merk ik dat ik soms bijna paranoia word. Ik bekijk altijd elke situatie meerdere keren, analyseer risico’s en vermijd die. ’s Avonds ben ik bang over straat te gaan in het centrum omdat er mensen kunnen zijn die kwaad willen. Mijn kinderen kan ik niet helemaal vrij laten omdat ik bij elke situatie en omgeving tien scenario’s zie waarin iets mis kan gaan. Soms wil ik erover praten, maak ik een begin, maar het wordt vaak niet begrepen omdat niemand het bij mij verwacht. Ik krijg meestal te horen: ’Nee kan toch niet, kijk hoe je eruit ziet.’
Het is een verhaal dat je naar de strot grijpt, de beschrijving die deze militair van zijn situatie geeft, maar het is zeker niet uniek. Volgens internationale onderzoeken waarop ook het ministerie van Defensie zich baseert, houdt één op de tien militairen geestelijke klachten over aan een uitzending. Uit het Nederlandse Prismo-onderzoek dat Afghanistan-veteranen volgt, komt naar voren dat acht procent van hen zelfs ernstige klachten heeft. Het gaat in ons land om duizenden mensen. De verhalen achter de cijfers blijven meestal verborgen.
Alleen niet voor Robin Imthorn en Renaldo Ishaak. Ze kregen honderden, vaak heel persoonlijke ervaringsverhalen op hun Instagram-accounts en de stroom houdt aan. De berichten, ook van collega’s die het helemaal niet meer zien zitten of van hun nabestaanden, zijn voor hen als ervaringsdeskundigen extra aangrijpend. „Ik lig er soms echt even af als ik zo’n bericht heb gelezen”, zegt Ishaak.
Hij weet hoe diep de put van de posttraumatische stressstoornis (ptss) voelt. Ptss is de aandoening die ontstaat wanneer traumatische ervaringen onvoldoende worden verwerkt. Mensen krijgen dan herbelevingen, woedeaanvallen of angststoornissen.
Cellencomplex
Ishaak zag als marechaussee dodelijke ongelukken, maakte de brand in het cellencomplex op Schiphol Oost mee die aan elf vreemdelingen het leven kostte en trof Karst Tates zwaargewond achter het stuur aan na zijn mislukte aanslag op de koninklijke bus in Apeldoorn. Traumatische ervaringen die hem, gestapeld op de last van een gewelddadige jeugd, te veel werden. Na een stresstraining kreeg hij te horen dat hij naar de psycholoog moest.
Robin Imthorn was de stoere marinier die tijdens de loodzware opleiding was bijgebracht dat pijn een emotie is. „En emoties kun je uitschakelen”, glimlacht hij. Maar tien jaar na zijn uitzending naar Afghanistan, waar hij zag hoe een collega op een bermbom reed en die hij levensreddende eerste hulp moest verlenen, merkte de sergeant der mariniers dat hij er zelf niet meer uit kwam. Hij had dagelijks paniekaanvallen en was niet in staat zijn pasgeboren dochter vast te houden. Imthorn zocht hulp.
„Achteraf deed ik dat te laat”, concludeert hij na succesvolle therapie. Imthorn draaide ptss in zijn hoofd om. Hij maakte van het probleem zijn nieuwe missie. De onderofficier wil lotgenoten duidelijk maken dat ze niet alleen hoeven te zijn met hun ellende. Ook al denken ze dat wel. Dit zelf opgelegde isolement is volgens hem een belangrijke reden waarom ptss nog steeds een groot probleem is. „Er zijn genoeg goede initiatieven om mensen te helpen. Maar hulp zoeken gaat zo in tegen wat je als militair bent. Ik heb de loodzware mariniersopleiding volbracht. Daarvoor moet je jezelf overwinnen; fysiek en mentaal ben je sterk. Dan kun je toch niet ineens zwak zijn?”
„Ik schaamde me. En er is altijd de angst voor minder inzetbaar zijn, omdat je problemen niet mee mogen op uitzending terwijl je het daar allemaal voor doet. Die angst is ook reëel. Parate onderdelen zijn een trein die altijd doorrijdt. Kun je even niet mee, dan word je achtergelaten.”
Hij liep vorige zomer vijf marathons achter elkaar om aandacht voor het probleem te vragen, opende een account op Instagram en kwam zo in contact met Renaldo Ishaak. De marechaussee publiceerde een boek over zijn ervaringen met hetzelfde doel: ptss bespreekbaar maken en collega’s uit het isolement krijgen. „Onze verhalen zijn vrijwel hetzelfde en we bleken dezelfde reacties via sociale media te krijgen”, vertelt Renaldo. „Van onbekenden, maar ook mensen met wie ik heb gewerkt.”
Mijn relatie gaat kut, ik heb woede-aanvallen uit het niets. Ik ben mezelf niet meer, maar weet niet wat mijn triggers zijn als ik uit het niets verbaal agressief kan worden. Niet alleen naar mijn vrouw, maar ook naar de pleegkinderen en kinderen.
Een tweede rode lijn die de militairen terugzien in reacties is dat collega’s die de stap naar hulp zetten, ondanks alle goede interne bedoelingen, die niet vinden of krijgen. „Het idee is dat je jezelf moet redden”, legt Ishaak uit. „Dat je op intranet gaat en schema’s doorworstelt die je naar de juiste plek leiden. Waar je te horen krijgt dat je drie maanden op hulp moet wachten. Dat werkt niet als je in een dip zit. Als het echt slecht met je gaat, heb je niet eens de energie om de deur uit te gaan voor een boodschap.”
Vanuit hun persoonlijke betrokkenheid begonnen Ishaak en Imthorn met een initiatief via Instagram. Knak! doopten ze het, naar dat knakmoment dat elke militair kent. Een virtueel loket waar militairen en hun naasten terechtkunnen. Met hun verhaal, maar ook met hulpvragen. Het is een snelle start-up binnen de traditioneel logge bureaucratie van de krijgsmacht. Waar ditmaal wel voldoende topmilitairen inzagen dat Knak! een waardevolle aanvulling kan zijn op de bestaande initiatieven. Daarom wordt het Knak! komende maandag op Blue Monday, de meest deprimerende dag van het jaar, overgenomen door Defensie en officieel gelanceerd. Het idee is dat Robin de militairen die via Instagram aankloppen, gaat doorgeleiden naar de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg.
Per ongeluk
Ze zijn per ongeluk het gezicht geworden van succesvolle ptss-therapie, iets dat ze soms niet in de koude kleren gaat zitten omdat elke keer dat verhaal vertellen veel van hen vraagt. Toch blijven ze dat uit overtuiging doen. „Omdat ik zie dat wanneer mensen hun shit blootleggen, anderen zich ook vrij voelen dat te doen”, zegt Imthorn.
Ishaak knikt. „Het moet normaal worden je verhaal te doen.” De marinier besluit in typisch militaire no-nonsensetaal. „Als je je poot breekt, ga je naar de dokter; heb je een knakje in je hoofd, dan ga je naar de psycholoog. Je bent juist kwetsbaar als je je demonen niet durft aan te kijken.”
Bron: De Telegraaf
Als SMC'er ontvangt u zes keer per jaar het rijk geïllustreerde tijdschrift Marechaussee Contact.
Meld u meteen aan om mee te doen!