Geschiedenis Marechausseemuseum

Geschiedenis Museum van het Wapen der Koninklijke Marechaussee


's Lands oudste politiemuseum is gevestigd in het voormalig Koninklijke Weeshuis en voor wat betreft het rijdende erfgoed in de dependance (Weeshuiswal 4, loopafstand 100m) in het pittoreske Oranjestadje Buren (Gld). Sinds 2005 mag het museum zich Geregistreerd Nederlands Museum noemen.

Als u doorklikt naar de website van het Marechausseemuseum, vindt u op de respectievelijk de pagina's Geschiedenis van het Museum en Geschiedenis van het weeshuis een bron van historie. Deze website geeft u niet alleen informatie over het verleden, maar ook wat er op dit moment in en rond het museum actueel is en hoe u het museum als Vriend kunt steunen.

Een bezoek aan het Museum der Koninklijke Marechaussee geeft u inzicht in de geschiedenis van de Koninklijke Marechaussee, de voormalige Politietroepen en de voormalige Rijksveldwacht. Tevens zijn er veel uniformen van de voormalige Rijks- en Gemeentepolitie tentoongesteld. Schilderijen, documenten, gebruiksvoorwerpen, uniformen, wapens, vervoersmiddelen waaronder paarden, rijwielen en pantservoertuigen e.d. zijn stijlvol tentoongesteld, waarbij u niet moet vergeten een kijkje te nemen in de stal, het brigadebureau en de andere diorama's.

museum geschiedenis

Sinds 1972 is het Museum der Koninklijke Marechaussee met haar prachtige collectie gevestigd in het voormalige Koninklijke Weeshuis in Buren. Dit weeshuis is een monument van de 17e eeuwse Noord-Nederlandse renaissance bouwkunst.
Prinses Maria, dochter uit het eerste huwelijk van Prins Willem van Oranje en Anna van Egmond, Gravin van Buren, stichtte bij dotatie van 25 mei 1612 het weeshuis te Buren. De regentenkamer en de centrale hal van het gebouw zijn nog intact. In de burenkamer wordt op aanschouwelijke wijze de binding van het Huis van Oranje met het stadje en het weeshuis weergegeven.

Als u doorklikt naar de website van het Marechausseemuseum, vindt u op respectievelijk de pagina's Geschiedenis van het Museum en Geschiedenis van het Weeshuis een bron van historie.


Oprichting van het Museum
Op 31 oktober 1936 is op initiatief van de kolonel der Koninklijke Marechaussee M.C. van Houten het historisch museum der Koninklijke Marechaussee geopend aan de Zwolseweg te Apeldoorn. De kolonel gebruikte als basis zijn privé-collectie waaronder een groot aantal zilveren voorwerpen en manchetknopen, welke een geschenk waren van de Duitse keizer. Bij het uitbreken van de oorlog werd de collectie opgeslagen op de zolders van Depot der Koninklijke Marechaussee aan de Zwolseweg te Apeldoorn en waarschijnlijk ook enige tijd ondergebracht in de Koninklijke Stallen van paleis 't Loo'.

Houten kolonel van
kolonel M.C. van Houten

Na de tweede wereldoorlog werd de locatie van het museum het Leger en Wapen museum 'Generaal Hoefer'. De kolonel van Houten was destijds directeur van het Legermuseum. In 1957 bevond het historisch museum der Koninklijke Marechaussee zich in de Koninklijke Stallen te 's-Gravenshage en van 19 maart 1959 tot 10 april 1972 op de zolders van de brigade Rotterdam aan de Westersingel 12. Op 10 april 1972 is met steun van de Commissaris der Koningin in Gelderland en H.M. Koningin Juliana en de stichting Koninklijk Weeshuis, de huidige locatie betrokken. In 2000 is de sportzaal van de gemeente Buren aangekocht en deze Dependance is op 12 april 2003 door het museum in gebruik genomen.

De Geschiedenis van het Koninklijk Weeshuis
Maria van Nassau was de dochter van Prins Willem van Oranje en van Anna van Egmond, Gravin van Buren. Toen zij twee jaar was, overleed haar moeder en haar vader, nauw betrokken bij de opvolging van Keizer Karel V, zag ze zelden. Op latere leeftijd ging zij naar Brussel, waar zij haar intrede deed aan het hof van de landvoogdes Margaretha van Parma. In 1567 nam Willem zijn dochter mee naar slot Dillenburg en plaatste haar onder de hoede van zijn moeder, Juliana van Stolberg. Dit omdat Willem had vernomen dat Koning Philips II Alva de opdracht zou geven in de Nederlanden het gezag te handhaven. Het voorgevoel van Willem bleek juist te zijn, zijn zoon Philips Willem werd door Alva als gijzelaar meegevoerd naar Spanje.    

Na de dood van prins Willem van Oranje kwamen de bezittingen in handen van zijn zoon, doch die zat gevangen in Spanje! Maria werd belast met het beheer over de graafschappen Buren, Leerdam en de heerlijkheid IJsselstein. In 1595 huwde Maria, op 39 jarige leeftijd, haar jeugdvriend, de Duitse Graaf Philips van Hohenlohe te Buren. Philips beheerde de bezittingen van Maria en haar familie maar overleed al in 1606.museum weeshuis oud Haar broer nam na zijn terugkeer het bestuur van de bezittingen van de Oranjes over en Maria kreeg uit de opbrengst van die vergoeding een rentevergoeding. Van dit geld stichtte zij bij acte van dotatie van 26 mei 1612 het weeshuis in Buren.

Voor de bouw van het weeshuis kon prinses Maria de hand leggen op een terrein waar het in 1420 door heer Willem van Buren gestichte Franciscanessenklooster van St. Barbara had gestaan, welke bij de grote brand in 1575 was verwoest. Op de toegangspoort van het museum staat: 'Maria van Nassau; geboren princesse van Oranje, Gravinne Douariere van Hohenlohe, heeft dit weeshuis gefundeerd anno 1613'.

Boven de poort staan drie beelden die de intentie van het weeshuis juist weergeven: 'Geloof, hoop en liefde'. De hoofdingang in de voorgevel wordt gevormd door een grote houten deur met een prachtig smeedijzeren sleutelplaat met handgreep. Boven die deur hangt een omlijste plaat met als eerbetoon aan de stichteres een vergulde tekst: ' 't Gelooff door hoop in liefde crachtich heeft beweegt dees princesse goetdadlich te stichten ter eere van Godt almachtich dit weeshuis om daarin gestadlich d'arme weese te geven alimentatie bethoent oock leser tot dese fundatie U christlick milt hert doet augementatie Godt sal u geven sijn ewige gratie'. 

Niet alle wezen werden opgenomen in het weeshuis. Prinses Maria had verzuimd orde op zaken te stellen op bestuurlijk en administratief beheer, zodat na haar dood in 1616 haar halfbroer Prins Maurits een regelement deed vaststellen. Hij bepaalde hierin dat dat het weeshuis zou worden bezet door '24 schamele wesen, 12 jonge knegtjes en 12 jonge meijskens. Bij de in gebruikneming van het weeshuis in 1619 werden er 6 wezen van ieder opgenomen. De wezen moesten ook 'echte geboren en gecomen sijn van eerlijke vrome ouders' en tevens afkomstig uit de oude Egmondse bezittingen, te weten de Graafschappen Buren en Leerdam met de baronie van Acquoy en de heerlijkheid Ijsselstein. De kinderen gingen gekleed in 'donkere tanneyt laken met 'M' op hunner linkermouw van orangje couleur' als herinnering aan de Stichteres welke tot 21 april 1953 met ere werd gedragen.

De bezetting van het weeshuis varieerde tussen de 12 en 40 kinderen met een gemiddelde van 25 kinderen. Het vaste personeel bestond uit een kleermaker, een naaijuffrouw en een tuinman die werden geholpen voor de daarvoor in aanmerking komende kinderen, zodat de onderhoudsuitgaven toto een minimum werden beperkt. Toen het gebouw niet meer voldeed aan de eisen des tijds is het weeshuis sedert 1972 verhuurd aan de Marechaussee om te dienen als museum.

Het leven van de wezen
Naast het beschikbare museale erfgoed van de Koninklijke Marechaussee, het Korps Politietroepen, Rijksveldwacht, Gemeenteveldwacht en Rijks- en Gemeentepolitie besteedt het Marechausseemuseum nu ook aandacht aan Het Koninklijk Weeshuis.

Zoals gezegd wordt het Weeshuis vanaf 1972 door het Marechausseemuseum aangewend voor het exposeren van haar erfgoed. Naar aanleiding van de Week der Geschiedenis van 12 tot 21 oktober 2007 heeft de directie van het museum besloten in haar museale werkgebied ook een rondleiding - op aanvraag - door een oud ervaren gids en bewoner van het Weeshuis op te nemen.

Deze rondleiding gaat uitsluitend over de Geschiedenis van het Weeshuis en haar bewoners/wezen tot 1953. Zij geeft inzicht in de Weeshuisgeschiedenis en het leven van de wezen.

* * * * * * *

 

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief