Gepubliceerd op: 14-4-2025
Militairen van het Korps Mariniers, 11 Luchtmobiele Brigade en de Koninklijke Marechaussee over hun werk in Irak
Wie aan militairen op uitzending denkt, krijgt al gauw een beeld van operationele eenheden in het veld, te water en in de lucht. In Bagdad zijn echter veel mensen ‘op sjouw’, wiens werk niet altijd even goed zichtbaar is. Drie militairen van het Korps Mariniers, 11 Luchtmobiele Brigade en de Koninklijke Marechaussee vertellen wat zij doen binnen NATO Mission Iraq (NMI). Eén ding hebben ze in elk geval gemeen: ze gaan deze missie nooit vergeten.
Naam: Sven
Rang: Majoor
Functie in Irak: Staff Officier Training
Functie thuis: Compagniescommandant 24 CS Squadron (Korps Mariniers).
In de kern draait NMI om één ding: het adviseren van de Iraakse overheid. Tientallen NAVO-adviseurs gaan langs instanties en organisaties om te helpen het veiligheidsapparaat zo sterk mogelijk te maken. Het komt de stabiliteit in Irak ten goede, waardoor het land zich staande kan houden tegen dreigingen, zoals Islamitische Staat.
Majoor Sven is een van die adviseurs. Waar hij ‘thuis’ leiding geeft aan een compagnie binnen gevechtseenheid 2MCG van het Korps Mariniers, draait zijn wereld in Bagdad om internet, computers, tablets en telefoons. “Mijn werk hier is nogal anders dan in Nederland”, lacht hij. “Ik adviseer Irakezen vooral over digitalisering met als focus: e-learning. Ik probeer ze de meerwaarde te laten zien van digitaal werken.”
Daarin is een hele wereld te winnen. “In het Iraakse e-learning centrum waar ik veel kom, werken sommigen nog met typemachines. Uit angst voor spionage is het voor militairen van lagere rangen verboden om telefoons te gebruiken voor werkzaken. Veel mensen gebruiken privé-mailadressen in plaats van werkmails en lang niet op alle locaties waar ik kom, is vast internet. Digitalisering staat hier in de kinderschoenen.”
Dat komt volgens Sven door de oorlogsmentaliteit, die nog in de hoofden van de Irakezen zit. “Irak kende 40 jaar oorlog, dus ze zien meer nut en noodzaak om nieuwe fighter jets te kopen dan te investeren in internet en hardware. Overigens ziet de jongere garde wel meer het belang in van digitalisering.”
Sven: “Ik help de Irakezen een projectteam op te zetten, waarmee ze e-learningmodules kunnen uitrollen. Zonder werktelefoons en werkcomputers is dat uitdagend. Maar gelukkig heeft bijna iedereen zelf wel een eigen mobiele telefoon en kunnen ze via eigen hotspots internet gebruiken. We hebben een app ontwikkeld, waar mensen thuis op kunnen. Het aantal gebruikers stijgt de laatste tijd fors.”
In de vier maanden dat Sven in Bagdad werkt, ziet hij dus progressie. “Het e-learning centrum is uitgebreid met meerdere werknemers. Veel scholen en instituten gaan zelf met digitalisering aan de slag. Aandachtspunt is wel dat er meer moet worden geïnvesteerd vanuit het Irakese Ministerie van Defensie. Hopelijk komt dat op gang.”
Naam: Bart
Rang: Soldaat-1
Functie in Irak: Chauffeur Force Protection
Functie thuis: Schutter minimi (11 Luchtmobiele Brigade)
Vakkundig stuurt chauffeur soldaat-1 Bart zijn gepantserde witte terreinwagen naar links over een stoffige weg in Bagdad. Het overige verkeer kan zo niet verder. Irakezen toeteren, maar Bart laat zich niet afleiden. Door zijn actie kan de rest van de Force Protection-eenheid met wie we op pad zijn rustig invoegen en blijft de colonne intact. Bij elkaar blijven is het devies. Op naar Air Force College, waar adviseurs praten over simulatoren.
Bart en zijn collega’s van 11 Luchtmobiele Brigade zijn een onmisbare schakel binnen NMI. Als Force Protection zorgen zij dat NAVO-adviseurs veilig van locatie A naar B komen. Dat is zo gemakkelijk nog niet. Zo is het verkeer op zijn zachtst uitgedrukt hectisch te noemen. “We komen de gekste dingen tegen. Mensen die zomaar de snelweg oversteken, vrachtwagens die ons links en rechts inhalen en over de weg slingeren”, zegt Bart.
Maar ook, al is Bart daar inmiddels aan gewend: checkpoints van politie, het leger en gewapende groeperingen gelieerd aan de overheid. In het nog niet zo verre verleden waren hier veel aanslagen. Met onder meer controleposten op straat controleren ze wie waarmee over straat gaat en hopen ze nieuwe aanvallen te voorkomen.
Binnen de Alfacompagnie is Bart een nieuweling. “Ik was nog maar twee weken klaar met de opleiding toen ik het opwerktraject voor deze missie inging.” De paratrooper vierde onlangs zijn 24e verjaardag. Hij kreeg veel kaarten en berichtjes uit Nederland. Binnen de betonnen muren (T-walls genaamd) van kamp Union III heeft hij het naar zijn zin. “De gym is goed en onderling is het gezellig. In onze binnenplaats darten we en spelen we FIFA. We hoeven ons niet te vervelen. Ook omdat we elke dag als call sign (groep, red.) op pad gaan.”
Niet alles is fijn. Als voorbeeld noemt hij de smog. Locals verbranden van alles en nog wat op straat. Fijne stofdeeltjes dwarrelen door de lucht en fabrieken loeien dag en nacht. Rondom Bagdad hangt als het ware een koepel van smog. De Iraakse hoofdstad is dan ook één van de meest luchtvervuilde steden ter wereld en dat slaat op een slechte dag direct op je longen.
Als chauffeur plot Bart ook de te rijden routes. Daarbij houdt hij rekening met de te verwachten verkeersdrukte en bepaalde wijken die de Rode Baretten uit voorzorg mijden. Het liefste gaat Bart zo vaak en lang mogelijk de poort uit. Voelt dat niet onveilig? “Nee, nooit. De Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten van de Marechaussee gaf ons lessen in voertuigoptreden. Dus hoe je als call sign op de weg opereert. Daar heb ik veel van geleerd.”
Naam: Johan
Rang: Luitenant-kolonel
Functie in Irak: Provost Marshal
Functie thuis: Plaatsvervangend commandant 101 Marbat (Koninklijke Marechaussee)
Aangiftes opnemen, die onderzoeken en het handhaven van de openbare orde. Wat leden van de Koninklijke Marechaussee tijdens oefeningen en missies doen, is wel bekend. Maar de Provost Marshal? Dan gaat bij de meesten geen lampje branden. Luitenant-kolonel Johan kan dat dan ook het beste zelf uitleggen.
“Als Provost Marshal ben ik speciaal adviseur van commandant NMI luitenant-generaal Cas Schreurs. Ik geef gevraagd en ongevraagd advies over allerlei veiligheidsaspecten waarmee militairen op Union III te maken hebben”, zegt hij. Samengevat: “Over policing, security en mobility support.” Een voorbeeld. In december raakte een buitenlandse NAVO-militair gewond bij een ongewild schot. “Dan informeer ik de generaal en geef ik advies hoe we zulke incidenten in de toekomst kunnen voorkomen. Mijn Slowaakse en Kroatische Military Police-collega’s deden het onderzoek. Omdat ons team hier klein is, assisteerde ik als meewerkend leidinggevende.”
Gelukkig is dat laatste eerder uitzondering dan de regel. Nog een concreet voorbeeld dan maar, waar Johan zich mee bezighoudt. “Clean desk policy en closed door policy. We zien onze NAVO-collega’s soms hun kantoor uitlopen zonder de deur achter zich dicht te trekken en op slot te doen. Terwijl ze wel met geclassificeerde informatie werken. Het is, denk ik, de macht der gewoonte. Maar het heeft wel onze aandacht en dat kaart ik dan aan bij de commandant of Chief of Staff.”
Voor Johan zit ‘Irak’ er over een week of zes op. “Deze uitzending is heel anders dan mijn eerdere missies in Afghanistan en Jordanië.” Zeker met die laatste is het verschil groot. “Destijds keek ik met de luchtmacht mee of rapportages klopten en overeenkwamen met beelden van inzetten tegen IS. Bijvoorbeeld met betrekking tot nevenschade. Daarover rapporteerde ik naar het Openbaar Ministerie in Nederland. Terwijl ik hier in Bagdad dus vooral advieswerk doe.”
Dat gebeurt onder meer vanuit zijn kantoortje in het NMI-hoofdkwartier. Wie de ruimte binnenloopt, kan niet om de vlag heen van 101 Marbat: het Nederlandse Military Police-bataljon in oprichting. Die prijkt achter zijn bureau aan de muur. “Ik doe hier inspiratie op wat ik kan gebruiken binnen mijn eigen staf in Nederland.”
Maar ook met de nodige persoonlijke ambitie kijkt Johan om zich heen. “Het is super leuk en interessant om in een joint combined-omgeving (internationaal samenwerken met verschillende krijgsmachtdelen, red.) te werken. Dit zou ik nog eens willen doen, maar dan als plaatsing.” Verwijzend naar het boek ‘Italiaans voor beginners’ op zijn bureau: “Bijvoorbeeld in het NAVO-commandocentrum JFC in Napels.”
Bron: Defensiekrant
Als SMC'er ontvangt u zes keer per jaar het rijk geïllustreerde tijdschrift Marechaussee Contact.
Meld u meteen aan om mee te doen!