Onderzoek naar elf schietincidenten in de eerste helft van 2018

Gepubliceerd op: 8-8-2018

Nederland - In de eerste helft van 2018 deed de Rijksrecherche onderzoek naar elf schietincidenten, waarbij politiemedewerkers tijdens de uitoefening van hun functie genoodzaakt waren het wapen te trekken. Bij deze schietincidenten vielen twee dodelijke slachtoffers en raakten negen mensen gewond.

Afbeelding verwijderdSchiettraining
Het aantal schietincidenten waar politiemedewerkers bij betrokken waren met letsel of dood tot gevolg is al enkele jaren stabiel. In 2017 bedroeg het totaal aantal schietincidenten 23 tegenover 34 in 2016, 30 in 2015 en 33 in 2014. Dit blijkt uit cijfers die het Openbaar Ministerie (OM) publiceerde.

Van groot belang
De Rijksrecherche maakt deel uit van het OM en onderzoekt alle gevallen van vuurwapengebruik door politiemedewerkers met letsel of dood tot gevolg. Op basis van de onderzoeksresultaten beoordeelt de Rijksrecherche of het vuurwapengebruik door de politie rechtmatig was. Dit onderzoek is van groot belang voor zowel slachtoffers en nabestaanden, als voor de betrokken politiemedewerkers.

Geen onderscheid
Politiemedewerker Chris Ockeloen was betrokken bij zo’n schietincident en schreef hierover onlangs een blog. Bij de toetsing van het geweldgebruik – zoals ook in het geval van Chris Ockeloen – wordt tot op dit moment géén onderscheid gemaakt tussen het geweld dat een politiemedewerker gebruikt in de uitoefening van zijn functie en geweld dat wordt gebruikt door burgers of criminelen.

Dat zou wel moeten, vindt portefeuillehouder geweld Frank Paauw: ‘Want daar zit een wezenlijk verschil in.’  Politiemedewerkers handelen vanuit hun ambtsinstructie ter bescherming van de maatschappij, de burgers en zichzelf. Zij moeten een stap naar voren zetten, waar een burger van een situatie weg kan lopen. Juist daarom vind ik het belangrijk dat er een aparte strafbepaling komt, die rekening houdt met de bijzondere rol van politiemedewerkers in de maatschappij.’

Stelselherziening
Momenteel werkt de politie daarom samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid, het Openbaar Ministerie en de Koninklijke Marechaussee aan de zogenoemde ‘stelselherziening geweldsaanwending’.

Deze stelselherziening bestaat uit drie onderdelen en betreft: een wetsvoorstel, het wijzigen van de ambtsinstructie en het verbeteren van het interne proces van het registreren, verantwoorden, beoordelen en leren van geweldsinzetten bij de politie. Paauw: 'Die stelselherziening moet ervoor zorgen dat een collega niet direct terecht staat als verdachte, maar in eerste instantie wordt gezien als betrokkene bij een geweldsincident. De beoordeling van politiemedewerkers gebeurt dan vanuit het oogpunt van de ambtsinstructie en niet aan de hand van het strafrecht. Mocht de agent de ambtsinstructie hebben overtreden, dan volgt er vanzelfsprekend alsnog een strafrechtelijk traject.’

Het verschil met nu is dat de telastelegging dan een overtreding is van de ambtsinstructie, en niet bijvoorbeeld (poging tot) doodslag. Politiemedewerkers blijven dus te allen tijde verantwoording afleggen over het door hen gebruikte geweld. Als zij de wet hebben overtreden kunnen ze – ook na invoering van het wetsvoorstel – nog steeds worden vervolgd en veroordeeld.

Klik hier voor meer informatie over de geweldsinzet van de politie.

Bron: politie.nl

Altijd op de hoogte? Meld u aan voor de wekelijkse nieuwsbrief